Toegankelijkheid

Skip to main content
Moerasgebied bij Botshol

Moerassen

De moerassen zijn een combinatie van water, rietvelden, hooilanden en moerasbossen. In de meeste moerassen speelt het open water met zijn waterlelies een belangrijke rol. Het open water is omgeven door uitgestrekte rietvelden. De moerasbossen en het opgaande riet geven het landschap een grote beslotenheid. Hier en daar liggen nog bloemrijke weilanden die door de beheerder gemaaid worden.

een afwisseling van water en land

De moerassen zijn een combinatie van water, rietvelden, hooilanden en moerasbossen. In de meeste moerassen speelt het open water met zijn waterlelies een belangrijke rol. Het open water is omgeven door uitgestrekte rietvelden. De moerasbossen en het opgaande riet geven het landschap een grote beslotenheid. Hier en daar liggen nog bloemrijke weilanden die door de beheerder gemaaid worden.

Moerassen zijn half natuurlijke landschappen, zou de mens niet ingrijpen da zouden ze snel verdwijnen. De natuur heeft zich aangepast aan het beheer dat de mens er toepast.

Als de moerasgebieden niet gemaaid worden veranderen ze in een aantal jaren in een moerasbos. Rietvelden worden vooral in de winter gemaaid als het riet afgestorven is. Het riet met een hoge kwaliteit wordt gebruikt voor de rieten daken. Het bloemrijk weiland wordt in de zomer gemaaid, De opbrengst is niet groot, maar het is de enige manier om dit landschap te behouden.  

 De beslotenheid en de afwisseling maken het roeien in de plassen en sloten van het moerasgebied tot een aparte belevenis. De atmosfeer is vochtig er heerst stilte. In het voorjaar is dat anders, de vele zangvogels in het riet laten zich horen. In de loop van de zomer wordt het stil het riet wordt hoger en het landschap meer besloten. Langs de randen van het riet de oeverplanten zoals watereppe, waterdrieblad en pijlkruid.  

De moerassen zijn op vele plaatsen te beleven. Het gebied van de Kortenhoefse plassen kan vrij bevaren worden. De Botshol is na de broedtijd vrij om te roeien. Op het Naardermeer en de Ankeveense Plassen worden vaarexcursies onder leiding van één van de terreinbeheerders georganiseerd. Door dit afwisselende landschap van de moerassen lopen ook een aantal wandelpaden. Bij Ankeveen het Ankeveense pad en het Bergse pad, bij Kortenhoef het Korremofpad, bij de Botshol de Ruige kade, bij de Westbroekse zodden het Bert Bospad.                                 

Ontstaan

verlanding

De moerassen van de Vechtstreek zijn een stadium in de ontwikkeling van water naar land. Op de in het water opgehoopte resten van de waterplanten ontwikkelen zich moerasplanten, zoals riet. Het riet vormt een krachtig wortelstelsel waarop zich andere planten kunnen vestigen. Dit moeras golft bij het betreden en wordt daarom trilveen genoemd. Door afstervende planten hoogt dit sysrteem zichzelf op. Eeuwenlang werd het riet in de winter gemaaid en onder andere gebruikt als dakbedekking. Gebeurde dit niet dan hoogde het moeras zich op en ontstond er schraal hooiland of een bloemrijk weiland. Het schrale hooiland werd éénmaal per jaar gemaaid. Wordt de ontwikkeling niet verstoord door het maaien dan eindigt het moeras in een moerasbos met elzen, wilgen en hier en daar een eik. De rietvelden en de hooilanden zijn voorbeelden van half-natuurlijke landschappen, mens en natuur bepalen samen de kwaliteit.

ligging van de moerassen

Ten westen van de zandgronden van het Gooi en de Utrechtse Heuvelrug ligt een zone van moerassen,. Ze vangen het water op dat van de hogere zandgronden af wegzeigt in de richting van de moerassen.

Het begint bij het Naardermeer met iets meer naar het zuiden de moerassen en plassen bij Ankeveen en Kortenhoef,  Ten zuiden van de Loosdrechtse Plassen liggen de moerassen bij Tienhoven, Westbroek en Maarsseveen. Door hun variatie bezitten de moerassen grote natuurlijke waarden. Ze vormen een brede zone die de overgang vormt van het open water naar de veenweiden en de hogere zandgronden. Grote delen worden beheerd door Natuurmonumenten of door Staatsbosbeheer (zie ook: Plassen ).

In de westelijke Vechtstreek is alleen de Botshol een uitgestrekt moerasgebied. Bij de inpoldering van de polder Groote Mijdrecht werd besloten de Botshol hier buiten te laten. Hier ontwikkelde zich een belangrijk moerasgebied. Langs de Vinkeveense Plassen liggen geen moerassen (zie ook: water wordt land).

de herkomst

Het Naardermeer was een natuurlijk meer dat het kwelwater uit 't Gooi opving (zie ook: Ontstaan  vechtlandschap). In de loop van de geschiedenis is tweemaal geprobeerd dit gebied droog te malen. Beide malen was het resultaat teleurstellend (zie ook: Water wordt land) De structuren van deze activiteiten zijn nog zichtbaar in het landschap. Het Naardermeer is van grote botanische waarde en heeft een rijk vogelleven. Bekend zijn de kolonies van de purperreiger en de aalscholver. In 1902 werd Het Naardermeer het eerste natuurmonument van Nederland.

 De andere moerassen van de Vechtstreek zijn geen van alle de resten van de oorspronkelijke moerassen die hier tot het jaar 1000 hebben gelegen. Deze moerassen zijn allemaal in de periode tussen 1000 en 1400 ontgonnen en omgezet in agrarisch land (zie ook:  Ontginning). De huidige moerassen zijn de overblijfselen van de vervening uit de periode 1400-1800.

Na het vervenen bleef een landschap achter met petgaten en legakkers (zie ook: Vervening).  De luw gelegen petgaten gaan verlanden.  Worden de legakkers door de vorst beschadigd en door de wind weggeslagen, dan ontstaat een open plassengebied. Alle hier genoemde moerassen zijn een combinatie van plassen, rietlanden en moerasbossen.

biologische rijkdom

Moerassen zijn een verzameling van vele leefmilieus. Het water, de moerasgronden de bossen herbergen allemaal een eigen milieu. Het betekent dat hier duizenden soorten een plaats kunnen vinden. Veel insecten leven in hun larvestadium in het water en geven een enorme hoeveelheid aan muggen,waterjufers, libellen,  om maar enkele te noemen. De vele insecten trekken vogels. Het gevarieerde milieu maakt het ook voor vele soorten planten om hier te leven. 

planten

Door de grote milieuvariaties hebben de moerassen een grote botanische rijkdom.  De randen langs de sloten en plasjes hebben 's zomers een rijke begroeiing met leverkruid, valeriaan en kattenstaart. Het watermunt geeft de omgeving zijn eigen geur. De hooilanden zijn in de voorzomer geel van de ratelaar. Hier en daar steekt de kale jonker er bovenuit. 

Bij een goed beheer vinden we hier in de loop van de zomer verschillende orchideeën, zoals de rietorchis, de wespenorchis en de welriekende nachtorchis. De nattere moerassen herbergen een bijzondere plant de zonnedauw. Insecten blijven kleven op de blaadjes en verteren. De mineralen die door de plant worden opgenomen zijn belangrijk als voedsel voor de plant.

In de moerasbossen vinden we klimplanten als kamperfoelie en hop, op de bodem verschillende varensoorten. De rietlanden die regelmatig gemaaid worden zijn arm aan soorten, maar in de meer verruigde delen slingert de haagwinde door het riet en komen in de loop van de zomer soorten als gele lis, leverkruid, kattenstaart en valeriaan tot bloei.

vogels

De grote rijkdom aan insecten trekt een groot aantal vogels aan. Boven de rietvelden altijd boerenzwaluwen op zoek naar muggen. In het riet allerlei zangvogels. De meeste zijn alleen op hun zang te herkennen. Een smalle rietstrook is al voldoende voor de kleine karekiet. In de grotere rietvleden de rietzanger en is  vaak het monotone geluid van de snor te horen. Bijna al deze soorten zijn trekvogels en verlaten de rietvelden in de loop van het najaar. Het baardmannetje doet dat niet. in het najaar schakelt die over van insecten naar rietzaad. De hele winter is dit schitterende vogeltje in de rietvelden te zien. 

De vele waterinsecten trekt ook de roerdomp hij leeft verscholen in het hoge riet en niet makkelijk te zien. De purperreiger zoekt de wat opener rietvelden en foerageert vaker langs de sloten en is dardoor eenvoudiger te zien. Veel komt deze slanke roodbruine reiger niet voor maar in een aantal moerasgebieden van de vechtstreek broedt hij in kleine aantallen. 

De grote hoeveelheid zangvogeltjes en muizen trekt ook roofvogels aan. In de rietbossen broeden de ransuil en torenvalk, In de rietvelden broedt de bruine kiekendief, ook hij is op zoek naa de kleinere dieren. Maar ook de havik en de sperwer boeden in de moerasbossen. deze maken jacht op de grotere vogels.

De flora en fauna van de moersgebieden is constant in beweging. De flora heeft nu veel te lijden vand ete grote stikstof emissies waardoor soorten verdwijnen en andere opkomen. Bij de vogels zien we ook verrandringen. vroeger was het naardermeer beroemd om zijn lepelaars. die zijn daar weggetrokken en hebben zich in andere moersgebieden gevestigd. In de botshol broede nu ongeveer 25 paar lepelaars. 

ook in de eendenstand zien we veranderingen op de open plassen zien we tegenwoordig de krakeend en ook de slobeend veel meer dan vroeger.

De vele waterinsecten trekt ook de roerdomp hij leeft verscholen in het hoge riet en niet makkelijk te zien. De purperreiger zoekt de wat opener rietvelden en foerageert vaker langs de sloten en is dardoor eenvoudiger te zien. Veel komt deze slanke roodbruine reiger niet voor maar in een aantal moerasgebieden van de vechtstreek broedt hij in kleine aantallen. 

Vind de boeiende verhalen en gebeurtenissen van de Vechtstreek

Het verhaal van de Vechtstreek vanuit het landschap beleven? Kies dan voor de filter 'landschap'. Bent u meer geinteresseerd in het ingrijpen van de mens in dat landschap, kies dan voor de ingang ‘Historie’. Kies vervolgens een pin (locatie) op de interactieve kaart om het verhaal van deze plek te bekijken.
Zoek op Radius:
Toon Mijn Locatie